HFO’s worden vanwege hun lage GWP-waarde vaak gezien als milieuvriendelijke alternatieven voor klassieke F-gassen. Volgens de Environmental Investigation Agency (EIA) zijn HFO’s echter ‘verre van onschuldig’. De organisatie roept overheden wereldwijd op om op grond van het voorzorgsbeginsel HFO-toepassing zo mogelijk te vermijden.

In de HVAC&R-wereld is het een bekend verhaal: de transitie naar een nieuwe generatie koudemiddelen veroorzaakt tot nu toe steevast een nieuw probleem. Dat gebeurde ooit bij de overstap van natuurlijke koudemiddelen (giftig of gevaarlijk) naar CFK’s (ozonafbrekend), vervolgens bij de overstap naar HFK’s (broeikasgassen), en de afgelopen jaren ook weer bij de overstap naar HFO’s (PFAS/TFA als afbraakproduct). Met de toenemende aandacht voor PFAS liggen HFO’s – net als een aantal HFK’s – onder het vergrootglas, zeker sinds er binnen Europa wordt gesproken over een mogelijk PFAS-verbod.
‘Economische en juridische complicaties’
Volgens de Environmental Investigation Agency (EIA) zijn de risico’s rond PFAS dusdanig dat overheden het voorzorgsprincipe zouden moeten volgen en deze koudemiddelen zoveel mogelijk moeten weren. In het rapport ‘Persistent Problems. The hidden impacts of hydrofluoroolefins, the latest generation of fluorinated gases’ beschrijft de milieuorganisatie ook dat dit lastig wordt gemaakt door ‘economische en juridische complicaties’. Een economische complicatie is dat HFO’s vaak zijn gepatenteerd en tegen een hogere prijs worden verkocht dan de HFK-gassen die ze vervangen. Daarnaast zijn er veel HFK/HFO-blends, wat uitfasering ingewikkelder maakt, en beschrijft de EIA problemen met illegale import van HFK’s die als HFO’s worden gelabeld (omdat die minder quotum opsouperen), wat handhaving compliceert.
‘Misleiding en vertraging’
De EIA wijst er verder in het rapport op dat voor de meeste F-gassen inmiddels natuurlijke alternatieven bestaan, maar die worden volgens de organisatie vaak genegeerd of actief ontmoedigd: “Ongunstig bewijs wordt in twijfel getrokken of genegeerd, een gebrek aan consensus over de risico’s wordt gebruikt om actie te vertragen, en de discussie wordt vertekend door misleidende of overdreven beweringen over de duurzaamheid of levensvatbaarheid van niet-gefluoreerde alternatieven.” De organisatie geeft toe dat er ‘hiaten in het bewijsmateriaal’ rond HFO’s en PFAS zijn, en dat er onzekerheden zijn als het gaat om het gebruik en de effecten van HFO’s. “Meer onderzoek is dringend nodig”, is in het rapport te lezen. “Maar dit mag niet worden gebruikt als reden om actie uit te stellen.”
Voorstellen voor maatregelen
De EIA roept overheden, bedrijven en internationale organisaties in dat kader op om het voorzorgsbeginsel serieus te nemen. Concrete maatregelen die de organisatie voorstelt, zijn:
• Beperk het gebruik van HFO’s waar alternatieven beschikbaar zijn.
• Stimuleer de ontwikkeling en toepassing van niet-fluorhoudende technologie.
• Neem HFO’s op in rapportagesystemen, vergunningen en douanetoezicht.
• Zet in op meer onafhankelijk onderzoek naar de langetermijneffecten van HFO’s en hun afbraakproducten.
• Bestrijd greenwashing en misleidende duurzaamheidsclaims van producenten.
Leestip: Zorgen over mogelijke PFAS-definitie die koudemiddelen ‘vrijpleit’