Chemours Nederland moet een eerder door de ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport) opgelegde dwangsom van 1 miljoen euro betalen, omdat het bedrijf meer HFK’s op de Europese markt heeft gebracht dan waarvoor het quotum had.

De dwangsom moet worden betaald in verband met de invoer van een lading R23, een koudemiddel met een GWP-waarde van 14.800. Chemours rapporteerde in 2023 aan de EU dat het gas werd ingevoerd om te worden vernietigd – een activiteit waarbij invoer is vrijgesteld van het F-gassenquotum. Uit onderzoek van de ILT bleek echter dat de lading werd gebruikt in productieprocessen, waardoor alsnog sprake was van quotumoverschrijding. In totaal ging het om een overschrijding met 98.515 ton CO₂-equivalent.
Nieuwe, hogere dwangsom
De 1 miljoen euro die Chemours moet betalen, is gebaseerd op een last onder dwangsom die al in 2022 is opgelegd. Omdat die dwangsom met de overtreding uit 2023 is ‘volgelopen’, heeft de ILT inmiddels een nieuwe, hogere dwangsom aan het bedrijf opgelegd, om toekomstige quotumoverschrijdingen te voorkomen en Chemours ertoe te bewegen transparanter over importactiviteiten te rapporteren. Overigens stelt de ILT ook dat Chemours op dat vlak inmiddels ‘goede intenties’ kenbaar heeft gemaakt.
Broeikaseffect
De R23-emissie bij productieprocessen blijft weliswaar beperkt, maar met zijn torenhoge GWP-waarde (14.800) is het een krachtig broeikasgas. 1 kilogram R23 heeft het CO₂-equivalent van de uitstoot van een gemiddelde benzineauto in ruim 123.000 kilometer, rekent de ILT voor.