De Europese Commissie heeft drie typen koeltechnische apparaten voorlopig uitgezonderd van geldende productverboden in de F-gassenverordening. De reden hiervoor is dat voor de betreffende apparatuur geen goede alternatieven bestaan waarmee aan de GWP-grenzen uit de verordening kan worden voldaan.

EU-lidstaten kunnen bij de Europese Commissie een verzoek indienen om productgroepen vrij te stellen van een productverbod, als er geen goede (lees: veilige) alternatieven voor zijn. De afgelopen maanden hebben verschillende lidstaten een beroep gedaan op die regel. Op grond daarvan heeft de Commissie voor drie productgroepen een tijdelijke uitzondering toegekend door de productverbod-datum ervan uit te stellen.
Vriezers, transportboxen en schepijsmachines
Het gaat om apparaten die oorspronkelijk vanaf op 1 januari van dit jaar niet meer op de markt zouden mogen worden gebracht:
1. Mechanische cryogene vriezers (voor temperaturen tot -150 °C), gevuld met een F-gas met een GWP van 150 of hoger. Hiervan is het productverbod uitgesteld tot 1 januari 2029. Overigens is het verzoek hiertoe ingediend door Nederland.
2. Transportboxen voor bloed en contactshockvriezers voor plasma, gevuld met een F-gas met een GWP van 150 of hoger. Hiervoor is het productverbod uitgesteld tot 1 januari 2027.
3. Commerciële apparatuur voor de food service-sector, zoals schepijsmachines, bewaarkarren voor voedsel, en ‘vriesroomdispensers’, gevuld met een F-gas met een GWP van 150 of hoger. Hiervoor is het productverbod uitgesteld tot 1 juli 2026.
Bron: NVKL